Column van L.M. Koenraad als bijdrage aan de discussie voor de studiemiddag van 5 november 2014.
Ik vind het prachtig om te zien hoe bestuurders, rechters en de wetgever in Nederland worstelen met het gedrag van veelschrijvers die proberen publieke instanties te ontwrichten met als voornaamste doel het incasseren van zoveel mogelijk dwangsommen. Deze veelschrijvers – hoe verward en/of irritant ook – worden wegens hun ontwrichtende activiteiten namelijk niet mishandeld, gemarteld of vermoord. Ook hoeven zij niet te vrezen voor jarenlange opsluiting zonder enige vorm van (serieus te nemen) proces.
Bestuurders opereren bewust op de grens van het juridisch toelaatbare, maar zonder hulp van knokploegen. Rechters gaan openlijk creatief om met wettelijke voorschriften, maar zonder minachting van mensenrechten. De wetgever denkt hardop na over adequate maatregelen om veelschrijvende dwangsomincasseerders in de ban te doen, maar zonder het achteloos negeren van het grote algemeen belang bij openbaarheid van overheidsinformatie.
Het misbruik van de Wob laat dus duidelijk zien dat de Nederlandse rechtsstaat werkt en overeind blijft, ook ten opzichte van mensen die bezig zijn met het hinderen van instanties die dezelfde rechtsstaat gestalte geven. Dat is fantastisch nieuws, zeker als men bedenkt hoe anders autoriteiten kunnen omgaan met personen die zich tot de overheid wenden. In heel veel landen ondervinden mensen van een enkele brief vreselijke gevolgen, ook als die brief met een heel nobele bedoeling is geschreven.
Het vorenstaande is natuurlijk niet bedoeld als eerbetoon aan de op geld beluste Wob-querulanten. Het misbruik van de Wob kost immers enorm veel overheidsgeld dat oneindig beter kan worden besteed aan zaken waarbij de gemeenschap als geheel is gebaat. Dat misbruik behoeft dus dringend bestrijding, en wel door de wetgever. Want slechts op die manier kunnen bestuurders binnen de grenzen van het juridisch toelaatbare opereren, en hoeven rechters zich niet in praeter-legem-achtige bochten te wringen, om veelschrijvers zonder onevenredige ambtelijke moeite aanspraken op verbeurde dwangsommen te ontzeggen.
Het woord is dus aan de wetgever. Het ligt op zijn weg om fatsoenlijke regelingen te treffen waarmee bestuursorganen ruimte krijgen om onredelijke verzoeken buiten behandeling te laten, en bestuursrechters om beroepen zonder echt procesbelang niet-ontvankelijk te verklaren. Een fatsoenlijke regeling is tegelijkertijd effectief en terughoudend, in dit geval: zowel geschikt om aan notoire veelschrijvers een halt toe te roepen als behoedzaam bij het beperken van toegang tot overheidsinformatie en rechtsbescherming tegen overheidshandelen.
Laten wij binnen de zojuist geschetste kaders met elkaar van gedachten wisselen. Op die manier krijgt de wetgever bruikbare handvatten voor deugdelijke, en (dus ook) rechtstatelijk verantwoorde maatregelen. Dat zal even duren. Tot die tijd moeten we accepteren dat overheidsgeld wordt verkwanseld aan dwangsommen voor inventieve veelschrijvers. Maar dat is altijd en onvoorwaardelijk beter dan de praktijken in landen waar knokploegen en minachting voor mensenrechten de boventoon voeren.
L.M. Koenraad
Zou het niet zo kunnen dat ‘misbruik’ van de Wob iets anders blootlegt? Namelijk de nogal gebrekkige uitvoering die bestuursorganen geven aan de Wob? Want als een bestuursorgaan uit hoofde van de Wob veel meer actief openbaar maakt, zijn de besluiten op een verzoek binnen 48 uur af te doen! Wijzen deze goudzoekers ons niet op het onvermogen de Wob naar behoren uit te voeren? Transparantie is te belangrijk om af te laten hangen van individuen die een verzoek indienen.
Bovendien, elke regel die ergens recht op geeft, geeft aanleiding tot oneigenlijk gebruik. Balkenende zou het misschien wel onze VOC-mentaliteit noemen!
Onze sociale zekerheid zit vol met regels waar mensen creatief gebruik van kunnen maken. Als we vervolgens die regels daarom afschaffen, worden daar ook mensen het slachtoffer van die zeer legitieme belangen hebben.
Als de overheid echt sterk in de schoenen zou staan, zou geen afbreuk gedaan worden aan een instrument dat zo belangrijk is voor onze democratie. Belangrijk omdat het in deze hype-democratie onmogelijk is een inhoudelijke discussie in het parlement te krijgen zonder voorafgaande publicatie in de pers! We hebben de Wob veel te hard nodig. Tot slot is er ook nog de suggestie dat het reuze meevalt met het misbruik: http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/misbruik-wob-sterk-overdreven.9272780.lynkx